Pruim (Wilde)

Algemene kenmerken van een Pruim (Wilde)
De Prunus americana, of Amerikaanse wilde pruim, is een bladverliezende struik of kleine boom die van nature voorkomt in grote delen van Noord-Amerika. Deze soort behoort tot de rozenfamilie (Rosaceae) en is vooral bekend vanwege zijn ecologische waarde, zijn kleine eetbare pruimen en zijn krachtige groeikracht via worteluitlopers. Hoewel hij in Europa zelden wordt aangeplant, wint hij aan populariteit binnen voedselbossen, agroforestry en natuurontwikkeling vanwege zijn robuustheid en waarde voor de biodiversiteit.
De Wilde pruim is een kleine boom (zo'n 6 meter hoog) of een grote struik. Maakt een ronde kroon met een bochtige stam. De takken zijn met takdoornen bezet, de pruim krijgt kleine ovale groene bladeren. Begin april verschijnt er een wolk aan witte bloemetjes, hieruit ontstaan kleine (3 cm) gele of rode pruimpjes, deze zijn eetbaar. De wilde pruim kan kruizen met de sleedoorn.
Kenmerken
Hoe plant je een Pruim (Wilde)
Plant de pruimenboom tussen half november en half april. Kies een zonnige tot halfzonnige standplaats uit op bijvoorkeur lichte kleigrond. Tuiniert u niet op kleigrond maar wilt u wel graag en pruimen boom, gebruik dan aanplantgrond.
Graaf het plantgat een derde dieper en breder dan de wortels. Zet de zaailing erin en houd hem daarbij iets hoger dan de uiteindelijke plantdiepte, in plaats van helemaal op de bodem van je kuil. Uiteindelijk moet de wortelhals op de grens komen tussen grond en lucht. Bij sommige bomen zie je op de wortelhals ook wat ribbeltjes, wat het makkelijker maakt. Als je de boom erin zet, houd deze dan stabiel. De wortels mogen tijdens het planten niet omhoog wijzen en geen draai maken, anders wordt de boom instabiel of kan hij zichzelf wurgen. Zorg ook dat je de wortels zoveel mogelijk spreidt. De wortels krijgen zo voldoende doorwortelbare ruimte.
Vul het gat met vochtige losse grond. Zorg ervoor dat de aarde die de haarwortels (de wortels die dunner dan 1 millimeter zijn) raakt goed verkruimeld is. Schud de boom iets op en neer, zodat de grond tussen de haarwortels komt.
Plaats circa 10 centimeter grond boven de haarwortels en druk het licht aan met de voet, zodat de wortels goed contact kunnen maken met het bodemvocht.
Plant u een kleine pruimenboom, gebruik dan twee boompalen met boombanden.
Kijk voor een uitgebreide plant instructie in de plant handleiding op onze website.
https://meerbomen.nu/over-de-actie/planten/handleiding-bomen-verplanten/
Hoe oogst je een Pruim (Wilde)
Deze pruimenboom wordt vaak niet geoogst aangezien hij vaak van kwekers vandaan komt.
Verzorgen en snoeien van je Pruim (Wilde)
Bomen jonger dan 4 jaar kunnen in het voorjaar gesnoeid en oudere bomen na de vruchtdracht (augustus/ september).
Wanneer snoeien?
- Zomer tot vroege herfst, na de oogst:
juli – september
Dit is de beste tijd omdat:
- De sapstroom lager is (minder bloeden van snoeiwonden)
- Het warm en droog is (minder kans op infecties zoals loodglans of bacteriekanker)
Vermijd snoei in:
- Winter en vroege lente (november – maart)
Hogere kans op schimmels, vorstschade en infectie - Natte of koude dagen, ongeacht het seizoen
Hoe snoei je Prunus americana?
1. Vormsnoei (vanaf jonge boom)
Leid tot een open kroon met 3–5 hoofdtakken
Verwijder:
- Steil opgaande scheuten
- Dubbele toppen
- Takken die naar binnen groeien
2. Onderhoudssnoei (jaarlijks of om het jaar)
- Snoei kruisende, dode of zieke takken weg
- Verwijder te veel wortelopslag (scheuten uit de basis)
- Houd de kroon luchtig voor lichtinval en luchtcirculatie
3. Verjongingssnoei (bij oudere bomen of struwelen)
- Om de paar jaar, 1/3 van de oude takken tot aan de basis afzetten
- Moedig jongere scheuten aan
Watergeven
Jonge aanplant (eerste 2 jaar):
Regelmatig water geven bij droogte
Volwassen bomen:
Droogtetolerant, maar bij langdurige droogte in de zomer water geven voor vruchtontwikkeling
Waar groeit een Pruim (Wilde)
Zonnige of half beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselrijke grond. Groeiplaatsen: bosranden, struwelen en bermstruwelen.
Algemeen
Origine |
Uitheems
Geïntegreerd
|
Boomtype | Loofboom |
Lengte en leeftijd
Lengte in ca. 10 jaar | 2 tot 4 Meter |
Voortplantingsrijp in hoeveel jaar | 3 tot 5 Jaar |
Maximale leeftijd | 20 tot 40 Jaar |
Benodigde ruimte als solitair | 9 tot 25m2 |
Groeisnelheid | Gemiddeld |
Vermeerdering
Boom is zelfbestuivend | Ja |
Voortplantingsmethode |
Maakt opschot
Maakt zaailingen
|
Voortplantingssnelheid |
|
Voortplantingssnelheid
1. Zeer lage voortplantingssnelheid. Plant verspreidt zich bijna niet, heeft weinig zaden of vegetatieve verspreiding (bijv. bomen met zware zaden). |
2. Lage voortplantingssnelheid. Verspreiding via beperkte zadenproductiel of specifieke omstandigheden vereist |
3. Gemiddelde voortplantingssnelheid. Regelmatige verspreiding, afhankelijk van ! wind, water of dieren, met gematigde snelheid (bijv. Paardenbloem). |
4. Hoge voortplantingssnelheid. Veel zaden en meerdere verspreidingsstrategieen (wind, vogels, vegetatief). Koloniseert snel open plekken |
5. Zeer hoge voortplantingssnelheid. Invasieve soorten die zich explosief verspreiden over grote afstanden (bijv. Japanse duizendknoop). |
Snoeiperiode
Deze boom is bladhoudend | Ja |
Zomer | juli tot september |
Winter | Informatie niet beschikbaar |
Bladvormen | Elliptisch |
Gemakkelijk te snoeien | Ja |
Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)
Lenticellen | Ja |
Kleur |
Kenmerken Knop (50-200cm)
Kleur | |
Knop stand |
Langs de tak
Rechtopstaand
|
Knop vorm |
Puntig
|
Overige
Wortel |
Oppervlakkig wortelend
|
Bloei |
Heeft bloemen
Heeft vruchten
|
Windgevoeligheid | Matig gevoelig voor (zee)wind |
Ziektes
Is gevoelig voor de volgende ziekten |
Loodglans
|
Oogst/herkenning in de winter
Het blad van de Prunus americana is eirond tot langwerpig, met een spitse top en de bladrand is fijn dubbel gezaagd.
De knop is eivormig tot spits ovaal, meestal zo’n 3–5 mm lang, roodbruin tot kastanjebruin en staat verspreid langs de twijg.
Prunus americana herken je aan zijn meer struikachtige, wilde habitus, dichte wortelopslag, kleinere bladeren en vruchten, en een meer ecologische dan commerciële functie. Hij verschilt van Prunus domestica, die veelal als geënte boom wordt gekweekt, met grotere, zoetere vruchten en een boomvormige groeiwijze zonder wortelopslag.
Lichtbehoefte van de Pruim (Wilde)
Geschikte grondsoorten voor de Pruim (Wilde)
Grondsoort | Geschiktheid |
---|---|
Lichte klei |
|
Zware klei |
|
Zand |
|
Veen |
|
Leem |
|
Moerig op zand |
|
Lichte zavel |
|
Zware zavel |
|
Geschikte waterstand voor de Pruim (Wilde)
Geschikte zuurtegraad voor de Pruim (Wilde)
Voedingsbehoefte Pruim (Wilde)
1. | Zeer voedselarme bodem |
2. | Zeer voedselarme tot voedselarme bodem |
3. | Voedselarme bodem |
4. | Voedselarme tot matig voedselrijke bodem |
5. | Matig voedselrijk bodem |
6. | Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem |
7. | Voedselrijke bodem |
8. | Uitgesproken voedselrijke bodem |
9. | Zeer uitgesproken voedselrijke bodem |
Vochtigheid
1. | Extreem droge bodems |
2. | Extreem droge tot droge bodems |
3. | Droge bodems |
4. | Droge tot droge/vochtige bodems |
5. | Droge/vochtige bodems |
6. | Droge/vochtige tot vochtige bodems |
7. | Vochtige bodems |
8. | Vochtige tot natte bodems |
9. | Natte bodems |
Bij welke streek past deze boomsoort?
Streek | Geschiktheid |
---|---|
Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL |
|
Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE |
|
Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM |
|
Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN |
|
Reestdal: OUD-AVEREERST |
|
Vechtdal: OMMEN |
|
IJsseldal: DEVENTER |
|
Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL |
|
Twente: DENEKAMP |
|
Achterhoek: WINTERSWIJK |
|
Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO |
|
Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL |
|
Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG |
|
Limburgse Maasstreek: TEGELEN |
|
Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN |
|
De Peel: VENHORST |
|
Limburgs heuvelland: VALKENBURG |
|
Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE |
|
Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN |
|
Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD |
|
Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO |
|
IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN |
|
Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP |
|
West-Friesland: SPANBROEK |
|
Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR |
|
Kop van Overijssel |
|
Toe te passen in landschappen
Landschap | Geschiktheid |
---|---|
Voedselbos |
|
Haag |
|
Heg |
|
Bos |
|
Voederhaag |
|
Achtertuin |
|
Kleine achtertuin |
|
Solitair |
|
Houtwal |
|
Cultuurhistorische waarde
Insecten
Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? | 40 |
Welke insecten groepen leven op deze boom/plant? |
Bijen
Vlinders
Zweefvliegen
Kevers
Wantsen
Vliegen
Wespen
Luizen
Hommels
Mijten
Muggen
Mieren
|
Wordt deze soort als waardplant voor insecten gebruikt? | Nee |
Voor welke insecten is deze soort een waardplant? |
Vogels
Gemiddeld aantal vogels per boom/plant? | 30 |
Welke soorten vogels leven van deze boom/plant?? |
Vinken
Mezen
Lijsters
Roodborsten
Spreeuwen
Heggenmussen
Huismussen
|
Zoogdieren
Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant? | 15 |
Welke soorten zoogdieren leven op deze boom/plant? |
Eekhoorns
Muizen
Vossen
|
Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Bloeiperiode
Zomer | maart tot april |
Boomsoorten
Boomsoorten waarbij deze boom graag staat |
|
Geschikt voor zoogdieren?
Zoogdier | Geschiktheid |
---|---|
Paard |
|
Mens |
|
Dassen |
|
Bevers |
|
Eekhoorn |
|
Fret |
|
Geit |
|
Herbivore knaagdieren |
|
Hert |
|
Hond |
|
Kat |
|
Kip |
|
Koe |
|
Muis |
|
Ree |
|
Schaap |
|
Varken |
|
Vossen |
|
Zwijn |
|
Toelichting
Eetbaarheid
- Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
- Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
- Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
- Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
- Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
- Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.
Stam hoogte
Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom
Informatie niet beschikbaar
Stam diameter
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.
Informatie niet beschikbaar
Biomassa bovengronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Biomassa ondergronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Stoffenbinder
Welke stoffen kunnen worden gebonden of opgenomen? |
CO2
Fijnstof
|
Koolstofattractie (kf)
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom | Loofbomen (Kf = 0,48) |
Opwarming
Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. | Ja |
CO2
0. | niet ingevuld |
1. | geen vastlegging |
2. | geringe vastlegging |
3. | matige vastlegging |
4. | veel vastlegging |
5. | zeer veel vastlegging |
Fijnstof
0. | niet ingevuld |
1. | geen wegvangcapaciteit |
2. | geringe wegvangcapaciteit |
3. | matige wegvangcapaciteit |
4. | grote wegvangcapaciteit |
5. | zeer grote wegvangcapaciteit |
Zo zien de vruchten van een Pruim (Wilde) eruit


Zo ziet een Pruim (Wilde) in bloei eruit


Zo ziet de knop van een Pruim (Wilde) eruit

Zo ziet het blad van een Pruim (Wilde) eruit

