Wilg (Water)

Algemene kenmerken van een Wilg (Water)
struikvormige wilg met grote katjes die breeduit groeit; voorkeur voor groei in het water of aan de oever.
De Boswilg of Salix caprea, is een van de weinige wilgen die we in gemengd loofbos, als een kleine tot 10 m hoge boom, kunnen aantreffen. Verder vallen de eivormige relatief grote en brede bladeren op. Dit is een duidelijk verschil met andere in Nederland en België voorkomende wilgensoorten. Alleen Geoorde wilg en Grauwe wilg hebben bladeren die enigszins aan die van de Boswilg doen denken. De eerste twee hebben echter veel kleinere bladeren. Boswilgenblad kan gemakkelijk tot 10 cm lang worden. Aan de toegespitste top zien we vaak een lichte draaiing. In onze streken kunnen we deze boomsoort overal tegenkomen. In het voorjaar herkennen we Boswilg door de vroege bloei. Het is de eerst bloeiende wilgensoort, met dikke gele mannelijke en wat groene langwerpige vrouwelijke katjes. Vroege bijen en hommels doen daar goede zaken, ze kunnen zowel nectar als stuifmeel van deze planten verzamelen.
Kenmerken
Hoe plant je een Wilg (Water)
Hoe oogst je een Wilg (Water)
Waar groeit een Wilg (Water)
De standplaatsen zijn droge tot enigszins vochtige voedselrijke bossen, aan bosranden, in heggen en op kapvlakten.
Boswilg is in hoofdzaak een pionierssoort die, ondanks de naam, meer voorkomt op verlaten akkers, kanaaloevers, breuksteenbestortingen van rivieren, opgespoten terreinen en bosranden dan in goed ontwikkeld bos. De oudere benaming 'waterwilg' is dan ook, hoewel evenmin helemaal overtuigend, iets toepasselijker dan de huidige officiële naam. Boswilg staat zelden op plaatsen die vaak overstromen. In het zoetwatergetijdengebied bijvoorbeeld wordt hij nooit op het slik of het schor aangetroffen, maar wel een stuk hoger op de dijken.
Algemeen
Origine |
Inheems
|
Boomtype | Loofboom |
Lengte en leeftijd
Lengte in ca. 10 jaar | 5 tot Meter |
Voortplantingsrijp in hoeveel jaar | 4 tot 50 Jaar |
Maximale leeftijd | tot Jaar |
Benodigde ruimte als solitair | tot m2 |
Groeisnelheid |
Vermeerdering
Boom is zelfbestuivend | Nee |
Voortplantingsmethode | |
Voortplantingssnelheid |
|
Voortplantingssnelheid
1. Zeer lage voortplantingssnelheid. Plant verspreidt zich bijna niet, heeft weinig zaden of vegetatieve verspreiding (bijv. bomen met zware zaden). |
2. Lage voortplantingssnelheid. Verspreiding via beperkte zadenproductiel of specifieke omstandigheden vereist |
3. Gemiddelde voortplantingssnelheid. Regelmatige verspreiding, afhankelijk van ! wind, water of dieren, met gematigde snelheid (bijv. Paardenbloem). |
4. Hoge voortplantingssnelheid. Veel zaden en meerdere verspreidingsstrategieen (wind, vogels, vegetatief). Koloniseert snel open plekken |
5. Zeer hoge voortplantingssnelheid. Invasieve soorten die zich explosief verspreiden over grote afstanden (bijv. Japanse duizendknoop). |
Snoeiperiode
Deze boom is bladhoudend | Nee |
Zomer | Niet snoeien in de zomer |
Winter | Informatie niet beschikbaar |
Bladvormen | Overig |
Gemakkelijk te snoeien | Nee |
Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)
Kenmerken Knop (50-200cm)
Kleur | |
Knop stand | Informatie niet beschikbaar |
Knop vorm | Informatie niet beschikbaar |
Overige
Wortel | Informatie niet beschikbaar |
Bloei | Informatie niet beschikbaar |
Windgevoeligheid |
Ziektes
Is gevoelig voor de volgende ziekten | Informatie niet beschikbaar |
Oogst/herkenning in de winter
De schors is bij jonge bomen glad en grijs met ruitenvormige verkurkte lenticellen. Wanneer de boom ouder wordt, wordt de schors grijs tot zwartbruin en krijgt deze brede groeven.
Lichtbehoefte van de Wilg (Water)
Geschikte grondsoorten voor de Wilg (Water)
Grondsoort | Geschiktheid |
---|---|
Lichte klei |
|
Zware klei |
|
Zand |
|
Veen |
|
Geschikte waterstand voor de Wilg (Water)
Geschikte zuurtegraad voor de Wilg (Water)
Voedingsbehoefte Wilg (Water)
1. | Zeer voedselarme bodem |
2. | Zeer voedselarme tot voedselarme bodem |
3. | Voedselarme bodem |
4. | Voedselarme tot matig voedselrijke bodem |
5. | Matig voedselrijk bodem |
6. | Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem |
7. | Voedselrijke bodem |
8. | Uitgesproken voedselrijke bodem |
9. | Zeer uitgesproken voedselrijke bodem |
Vochtigheid
1. | Extreem droge bodems |
2. | Extreem droge tot droge bodems |
3. | Droge bodems |
4. | Droge tot droge/vochtige bodems |
5. | Droge/vochtige bodems |
6. | Droge/vochtige tot vochtige bodems |
7. | Vochtige bodems |
8. | Vochtige tot natte bodems |
9. | Natte bodems |
Bij welke streek past deze boomsoort?
Streek | Geschiktheid |
---|---|
Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL |
|
Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE |
|
Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM |
|
Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN |
|
Reestdal: OUD-AVEREERST |
|
Vechtdal: OMMEN |
|
IJsseldal: DEVENTER |
|
Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL |
|
Twente: DENEKAMP |
|
Achterhoek: WINTERSWIJK |
|
Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO |
|
Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL |
|
Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG |
|
Limburgse Maasstreek: TEGELEN |
|
Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN |
|
De Peel: VENHORST |
|
Limburgs heuvelland: VALKENBURG |
|
Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE |
|
Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN |
|
Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD |
|
Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO |
|
IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN |
|
Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP |
|
West-Friesland: SPANBROEK |
|
Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR |
|
Kop van Overijssel |
|
Toe te passen in landschappen
Informatie niet beschikbaar
Cultuurhistorische waarde
Insecten
Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? | |
Welke insecten groepen leven op deze boom/plant? |
|
Wordt deze soort als waardplant voor insecten gebruikt? | Nee |
Voor welke insecten is deze soort een waardplant? |
Kleine weerschijnvlinder
Grote weerschijnvlinder
|
Vogels
Gemiddeld aantal vogels per boom/plant? | |
Welke soorten vogels leven van deze boom/plant?? |
|
Zoogdieren
Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant? | |
Welke soorten zoogdieren leven op deze boom/plant? |
|
Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Bloeiperiode
Zomer | maart tot april |
Boomsoorten
Boomsoorten waarbij deze boom graag staat |
|
Geschikt voor zoogdieren?
Zoogdier | Geschiktheid |
---|
Toelichting
Eetbaarheid
- Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
- Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
- Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
- Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
- Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
- Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.
Stam hoogte
Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom
Informatie niet beschikbaar
Stam diameter
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.
Informatie niet beschikbaar
Biomassa bovengronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Biomassa ondergronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Stoffenbinder
Informatie niet beschikbaar
Koolstofattractie (kf)
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom | Loofbomen (Kf = 0,48) |
Opwarming
Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. | Nee |
